[leestijd: 5 min]
Deze inspiratieblog gaat over een van de meest waardevolle levenslessen die ik de afgelopen jaren, dankzij mijn burn-out, heb geleerd. Of beter gezegd; een les die ik elke dag oefen, en langzamerhand begin te leren. Met heel veel gestruikel. En de nodige angst en schaamte. Maar die ik heel graag wil leren. Omdat hij me het meeste levensgeluk brengt. En die ik daarom ook aan Milan en Elissa wil meegeven tijdens hun opvoeding:
Echt mezelf durven zijn. En m’n onhandige, gekke en imperfecte kanten te omarmen.
- Dus om mijn ‘poging-tot-perfecte (maar onechte) ik los te laten: alle aspecten van mezelf die ik me heb aangemeten omdat ik het gevoel heb dat ze ‘horen’, interessant zijn of gewaardeerd worden door anderen (en ik daardoor een gevoel van trots en zelfvertrouwen uit haal)
- Steeds meer mijn complete – inclusief nogal imperfecte – ik te gaan zijn: alle kanten van mezelf die ik oncharmant, onhandig, stom of gek vind (en waar ik me voor schaam), leren omarmen.
Dat vind ik niet makkelijk, kan ik je vertellen. Ik heb mezelf jarenlang getraind om een mooi ideaalbeeld neer te zetten, en mijn perfectionisme hielp me daar goed bij.
Maar twee boeken hebben me zover gebracht om de moed te vinden vandaag deze blog daarover te schrijven; ’De Kracht van Kwetsbaarheid – heb de moed om niet perfect te willen zijn’ van Brené Brown en ’The Happiness Project – Or, why I spent a year trying to sing in the morning, clean my closets, fight right, read Aristotle, and generally have mor fun’ van Gretchen Rubin.
Doorgaan met het lezen van “Perfect imperfections: hoe ik mijn schaamte leer omarmen”